Diep in hun jassen gedoken, gehaast lopen de mensen door de verlichte straten. Het is december, de feestmaand, druk, druk, een ieder met zijn eigen leventje. Ik stap de verlichte ruimte in, waar ik lesgeef als bewegings-agoog, en zet de stoelen klaar in een kring. Ruim op tijd druppelen de mensen binnen. “Kom gauw binnen, hier brandt de kachel.” roep ik gastvrij. Ze gaan zitten op hun ‘vaste‘ plek, hoewel ik aangeef dat we hier geen vaste plekken hebben.
Ik installeer de speaker en zoek op mijn mobiel de afspeellijst voor deze senioren doelgroep. “Ik verheug me elke week weer opnieuw om naar deze les te gaan,” een dame van rond de tachtig staat naast me, gebogen over haar rollator, ik kijk opzij in haar vriendelijke gezicht. “Het is het enige uitje dat ik in de week heb, soms spreek ik dagen niemand,” fluistert ze verder. “Maar ik ben niet zielig hoor” zegt ze nu iets harder. Ik leg een hand op haar schouder: “Dat weet ik, ga maar lekker zitten we gaan beginnen.”
“Ik vermaak me wel hoor, tijdens de kerst”
Wanneer iedereen zit, zegt een goed gebekte dame ineens, terwijl ze de kring rondkijkt: “Ik zie zo tegen de feestdagen op.” De andere deelnemers knikken begrijpelijk. Ze legt uit: “‘Ik heb twee zonen, de één gaat elk jaar met zijn gezin op wintersport en de andere zoon gaat eerste kerstdag naar zijn schoonfamilie waar ze blijven slapen, en zo blijft er voor mij de tweede kerstdag nog een paar uurtjes over.” Ze zegt het gelaten. “Maar ik vermaak me wel hoor,” het klinkt opgeruimd alsof ze zichzelf wil overtuigen. Wat kan ik zeggen.
“Kan ik iemand helpen?”
Ik zet de muziek aan en zacht klinken de klanken ‘Love me tender’, we bewegen op de muziek, doen fysio oefeningen om de stramheid tegen te gaan en soepel te blijven. Ik deel het materiaal uit om krachttrainingen mee te doen, we versterken de beenspieren en onze balans, dit om het vallen te voorkomen. “Kan ik iemand helpen?” vraag ik. “Ja graag,” roept Willem, hij draagt hoge orthopedische schoenen en krijgt het elastiek moeilijk om zijn enkels. “U ben de enige die me nog aanraakt,” zegt hij. Ontroerd kijk ik omhoog, het blijft me raken wanneer iemand zo duidelijk aangeeft wat hij mist.
Behoefte aan aanraking
De behoefte aan aanraking noemen wij in de fysiopraktijk ‘huidhonger’. Deze ‘honger’ komt veel voor, waardoor patiënten zelfs hun behandelingen proberen te rekken. Fysiek contact is één van onze belangrijkste basisbehoeften en blijkt van levensbelang. Wij zijn toe aan het laatste onderdeel van de les, ik geef aan dat ik het moeilijk vind in deze tijd om dit muzieknummer te draaien, met enige schroom doe ik het: ‘What a Wonderful World’ klinkt het hoopvol door de ruimte. Ik zie de deelnemers bij de eerste woorden met een glimlach instemmend knikken.
Auteur: Ina de Jonge | Foto: Pexels.com